Harnassen betekent ‘zich wapenen tegen’. Een lichaam in ontwikkeling kan zich nog gemakkelijk vormen en misvormen. Het lichaam kan zich namelijk al op zeer jeugdige leeftijd ontpoppen als een harnas, om zich te wapenen tegen het uiten van emoties. Bijvoorbeeld als lachen, schreeuwen, slaan, naar buiten reiken, grijpen, schoppen en bibberen worden onderdrukt door middel van het spannen van spieren. Dit gaat tevens gepaard met het veranderen van de natuurlijke ademhaling. Wanneer dit continu gebeurt wordt het een patroon en verharden de aangespannen spieren. Deze verhardingen groeien mee totdat het lichaam volwassen is en blijven dan verder in die stand, waarbij geen verdere beweging meer mogelijk is. Hetgeen is waar te nemen in zware, op elkaar geklemde kaken, strakke, smalle lippen, een strenge, afstandelijke blik of een stijve rigide houding.
Maar er kan ook een tegenovergestelde reactie ontstaan namelijk een verslapping van bepaalde spiergroepen door onvoldoende toevoer van levensenergie. Er wordt dan ook nog nauwelijks geademd. In beide gevallen zowel bij verharding of verslapping van de spieren wordt het uiten van emoties na verloop van tijd fysiek onmogelijk. Dit komt omdat de spieren die men nodig heeft als men bijvoorbeeld lacht of huilt, te lang zijn aangespannen of niet zijn gebruikt, waardoor ze niet meer functioneren. Deze permanente toestand van de spieren noemt Reich het lichaamspantser. Het belemmert de oorspronkelijke, spontane expressie en heeft een negatieve uitwerking op de energiehuishouding.
Ademwerk-opleidingen.St.Bonifaciusstraat 22. Leidschendam. Contact